48% van de werkzoekenden in Ronse kennen geen Nederlands

Op 26 november 2011

Sommigen prijzen de faciliteiten omwille van de focus op meertaligheid. In deze geglobaliseerde wereld is de kennis van meerdere talen inderdaad een belangrijke troef. Voor N-VA Ronse druist deze visie in tegen de maatschappelijke realiteit in onze stad. ‘Nederlandsonkundigheid vormt immers een enorme barrière voor integratie in de samenleving en op de arbeidsmarkt’, aldus N-VA Ronse.Maar liefst 48% van de niet-werkende werkzoekenden kennen geen of onvoldoende Nederlands’.

Ronse in (de rode) cijfers

Matthias Diependaele, Vlaams N-VA parlementslid uit de regio, bevraagde Vlaams minister van Werk, Philippe Muyters over de arbeidsmarkt en de talenkennis in onze stad. De cijfers leggen de vinger op de wonde. Na Antwerpen heeft de taalgrensgemeente Ronse de hoogste werkloosheidsgraad van Vlaanderen.  In juni 2011 waren er 1.195 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Daarmee heeft de stad een werkloosheidsgraad van meer dan 11%. Daarbovenop heeft 48% van de werkzoekenden geen of slechts een beperkte kennis van het Nederlands.

Van alle NWWZ hebben 543 of 45% het Frans als moedertaal. De taalachterstand van het Nederlands is niet alleen het gevolg van Franstalige autochtone werkzoekenden, maar eveneens van de buitenlandse migratie.  In juni 2011 waren 474 of 39,7% van allochtone origine.

Uit een onderzoek over de regionale verschillen op de arbeidsmarkt blijkt dat tegen 2015 de werkloosheid in alle gemeenten in Vlaanderen zal dalen. De vooruitzichten voor onze stad zijn echter minder rooskleurig. De neerwaartse tendens zal in onze Hermesstad veel kleiner zijn dan in de rest van Vlaanderen.

Een duidelijke link tussen talenkennis en werkloosheid

Nederlandsonkundigheid vormt een enorme barrière in de zoektocht naar werk. Recent onderzoek heeft aangetoond dat een zwakkere taalvaardigheid één van de verklarende factoren is voor de achtergestelde positie van allochtonen op de arbeidsmarkt’, aldus N-VA Ronse. In het onderzoek werd eveneens geconcludeerd dat voor allochtonen taalvaardigheid meer bepalend is voor de kans op tewerkstelling, dan de scholingsgraad.

Uit de cijfers blijkt dat de doorverwijzingen naar het Huis van het Nederlands voor een screening, alsook het aantal cursisten voor een opleiding Nederlands de laatste jaren een stijgende tendens kennen. In 2010 waren er 313 cursisten voor een (basis)cursus Nederlands. In vergelijking met 2006 is dat meer dan een verdubbeling. Voor 2011 zijn er 173 cursisten. Deze cijfers werden verzameld op 30 september 2011 en geven echter nog geen volledig overzicht. Gezien het groot aantal Nederlandsonkundigen blijft dit nog steeds beperkt.

Het volgen van een opleiding Nederlands is maar nuttig als men de verworven kennis onderhoudt. Vlaams Minister van Werk, Philippe Muyters, erkent de noodzaak om de taal te kunnen oefenen, echter ‘het ‘oefenveld’ in gemeenten als Ronse of in de Vlaamse Rand volstaat soms niet voor deze cursisten die immers in het gewone dagelijkse leven met een andere taal dan het Nederlands kunnen functioneren’.

Tenslotte werden in 2010 en 2011 telkens 1 dossier met een transmissie doorverwezen naar de RVA omwille van een weigering van een opleiding Nederlands.  Sinds september 2011 is de weigering van een taalopleiding een voldoende reden voor een transmissie. Dat betekent een efficiënte stimulans voor werkzoekenden om Nederlands te leren, maar dan moet de stok achter de deur ook effectief worden gebruikt.

Taalverwerving is een absolute prioriteit

De hoge werkloosheid en het groot aantal Nederlandsonkundige werkzoekenden werpen een schaduw op de toekomst van onze stad. Dat Ronse als enige torenhoog uitsteekt in de regio zegt veel over de positie van onze stad en het failliet van de faciliteiten. De cijfers bewijzen immers de nefaste maatschappelijke gevolgen van de specifieke taalregeling. Deze creëren de perceptie van tweetaligheid en dat vormt een aantrekkingspool voor heel wat Franstaligen die zich hier vestigen. Zo blijven de faciliteiten een rem op een verdere ontwikkeling. De afschaffing ervan is voor N-VA Ronse een noodzaak.

Het gaat uiteraard verder dan dat. Volgens N-VA Ronse moet ‘taalondersteuning en het voorzien van voldoende mogelijkheden voor taalverwerving een absolute prioriteit zijn voor de stad’. In het verleden werden al heel wat inspanningen geleverd, maar de cijfers tonen aan dat de vruchten er onvoldoende van worden geplukt. Een goed opleidings- en ondersteuningsaanbod is belangrijk. Daarvoor moet worden afgestemd tussen de verschillende lokale beleidsdomeinen, de Vlaamse overheid en de diverse actoren uit werk en onderwijs. Tenslotte is een sensibilisering- en promotiecampagne een belangrijke stap om  anderstaligen te stimuleren.

Volgende zondag 27 november 2011 om 10u00 in CC De Brouwerij (Priesterstraat 13 – Ronse) organiseert N-VA Ronse een gespreksvoormiddag over de toekomst van de faciliteiten waar deze thema’s verder worden uitgewerkt. Niemand minder dan Huub Broers (burgemeester Voeren en senator), Ben Weyts (ondervoorzitter N-VA, kamerlid en bewoner van de rand rond Brussel), Paul Carteus (N-VA Ronse) zullen hun visie en ervaringen delen. Peter De Roover (erevoorzitter VVB) modereert het debat.

N-VA Ronse zal zondag eveneens het standpunt over de faciliteiten bekend maken.

Het volledige dossier van N-VA Ronse over ‘Talenkennis en werkloosheid in Ronse’ kunt u in bijlage terugvinden.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is