U bent hier
Pop-upwinkels moeten leegstand tegengaan
Volgens de jongste cijfers staat in Ronse 12,9 procent van de handelspanden leeg. “Dat is geen goede score, maar we werken eraan”, horen we bij het stadsbestuur. Onder andere met pop-upwinkels.
12,9 procent is het hoogste cijfer uit de Vlaamse Ardennen. Ter vergelijking: Oudenaarde scoort 7 procent, en andere probleemsteden op het vlak van leegstand zoals Deinze en Geraardsbergen respectievelijk 9,4 en 10,1 procent. Kampioen van Vlaanderen is Ronse evenwel niet. De rode lantaarn is voor Turnhout met 17,6 procent. “De leegstand in Ronse is de laatste twee jaar licht gedaald, maar nog altijd te hoog”, erkent schepen van Lokale Economie Brigitte Vanhoutte (N-VA). “Het is de absolute prioriteit van het stadsbestuur om de binnenstad nieuw leven in te blazen. Reguleren, stimuleren en sanctioneren zijn de drie sporen om alvast ons handelscentrum aan te pakken.”
Strenge sancties
De sancties zijn niet min. Voor een leegstaand handelspand betaal je sinds 2014 per jaar minimaal 2.500 euro, of anders 200 euro per meter gevel. “Maar het is vooral een hefboom om de eigenaars van dergelijke panden tot actie aan te zetten”, zegt Vanhoutte. “Deze heffing gaat gepaard met stimulerende maatregelen, zoals het handelspandenfonds, dat voor starters tot 26.000 euro subsidies voorziet.”
En de schepen kondigt alvast het nieuwe reglement rond pop-upwinkels aan. “De bedoeling is om de drempel voor starters zo laag mogelijk te maken en voor eigenaars om in hun panden zo snel mogelijk activiteit te krijgen. Hetzelfde aantal en soort winkels als vroeger komt niet meer terug. Een deel van de handelsactiviteiten is verschoven naar de rand van de stad. Ook heb je de groeiende e-commerce. Dat is voor alle steden het geval en dat hou je niet tegen. We moeten dus uit een ander vaatje tappen.”
Beleving moet beter
De heraanleg van de Vrijheid, het historische hart van de stad, en de uitbouw van het toeristisch info- en belevingscentrum in de Hoge Mote, moeten de aantrekkingskracht van Ronse een duw in de rug geven. “Hetzelfde spoor volgen we voor de handelszaken die we willen aantrekken”, zegt Vanhoutte. “Naast klassieke winkels, moeten ook creatievelingen in het handelscentrum hun stek kunnen vinden. Daar speelt het idee rond pop-upwinkels op in. Tijdelijke, seizoens- of evenementsgebonden zaken moeten kunnen, maar ook ambachtelijke, creatieve en kunstzinnige activiteiten.”
Ook de inkleding van het handelscentrum moet dat spoor volgen. “Zo denken we eraan om de Wijnstraat te vergroenen door er wijnranken tegen de gevels en in de straat aan te planten”, besluit de schepen.
Bron: Het Nieuwsblad - 3 januari 2017