Regionale verschillen op arbeidsmarkt nemen toe

Op 20 oktober 2011

Ook Ronse speelt een belangrijke rol in het VIONA-onderzoek “Regionale verschillen in arbeidsvraag en arbeidsaanbod”, uitgevoerd door IDEA CONSULT, waaruit blijkt dat de dualisering van de werkloosheidsproblematiek in Vlaanderen tussen een stedelijke werkloosheid en de overige werkloosheid zich doorzet.

De onderzoekers brachten de arbeidsmarktverschillen in kaart op gemeentelijk niveau. Enkele vaststellingen van de onderzoekers:

  • Steden worden gekenmerkt door een hoge werkloosheidsgraad en een hoog aantal vacatures.
  • De kust en de provincie Limburg worden gekenmerkt door een lage werkzaamheidsgraad en een hoge werkloosheidsgraad.
  • West-Vlaanderen (excl. kustgemeenten), Oost-Vlaanderen en Vlaams Brabant kennen een hoge werkzaamheidsgraad en een lage werkloosheidsgraad.
  • In de gemeenten rond Brussel wordt een stijgende werkloosheid waargenomen.

Er konden geen homogene arbeidsmarktgebieden gedefinieerd worden op een hoger niveau dan de gemeenten. De werkloosheidsproblematiek wordt dus sterk bepaald door gemeentespecifieke kenmerken.

Op basis van de bevindingen in deze studie kan men concluderen dat de werkloosheid in Vlaanderen vooral een stedelijke problematiek is: de Vlaamse steden worden in het algemeen gekenmerkt door een sterke werkloosheidsproblematiek, die gerelateerd kan worden aan gelijkaardige kenmerken. Bovendien blijkt zowel uit de analyse van historische gegevens als uit de prognoses voor de toekomst dat die verschillen structureel zijn (persistent) en dat de ongelijkheid toeneemt (divergentie). M.a.w. de situatie in het merendeel van de Vlaamse gemeenten verbetert, terwijl in een aantal grote Vlaamse steden de situatie problematisch blijft en zelfs verslechtert (inzonderheid Antwerpen). Men kan dus spreken van een zekere dualisering van de werkloosheidsproblematiek in Vlaanderen. Andere gebieden, zoals bvb, Limburg en de kust, zijn momenteel ook gekenmerkt door een hoge werkloosheidsproblematiek. Naar verwachtingen zullen deze gebieden het in de toekomst echter beter doen.

De conclusies van de onderzoekers geven onderbouw aan de voorstellen die voor het beleidsdomein Werk en Sociale Economie geformuleerd staan in het witboek interne staatshervorming om de werkloosheidsproblematiek in bepaalde mate meer specifiek en meer decentraal aan te pakken. Gezien de specificiteit en ook de nodige schaalgrootte en aanwezigheid van expertise op niveau van de grote steden (Antwerpen en Gent) is het volgens de onderzoekers aangewezen om net daar meer vanuit een bottom-up benadering te werken.

De onderzoekers pleiten voor een duale decentrale werking van het arbeidsmarktbeleid (of tweesporenbeleid):

  • Enerzijds een grotere decentrale werking voor de steden Antwerpen en Gent, met meer beleidsruimte voor de lokale overheden, meer vrijheidsgraden voor de lokale VDAB en meer gewicht voor de VDAB stadsmanagers;
  • Anderzijds de rest van Vlaanderen, waar gebiedsgerichte werking kan versterkt worden (bv. op basis van stadsregionale samenwerkingsverbanden) en bestaande partnerschappen tussen Vlaanderen (VDAB) en lokale besturen uitgebouwd en verbeterd kunnen worden.

De versterking van de stedelijke en gebiedsgerichte werking dient echter gekaderd te worden binnen de brede contouren van het Vlaams arbeidsmarktbeleid.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is