Staat de taalwet boven de omzendbrief Peeters?

De federale regering steekt nog maar van wal en men kan het niet laten om opnieuw de knuppel in het communautaire hoederhok te gooien. Gisteren verklaarde Joëlle Milquet, minister van Binnenlandse zaken, in de kamer dat de federale wet boven de omzendbrief-Peeters staat. Ze poneerde deze stelling naar aanleiding van een vraag van Damien Thiéry, federaal FDF-kamerlid en balorige burgemeester van Linkebeek die weigert de taalwet toe te passen.

Zo kunnen volgens Milquet de oproepingsbrieven in de faciliteitengemeente in de rand rond Brussel gerust in het Frans worden verstuurd. De kersverse minister van Binnenlandse Zaken baseert zich op een uitspraak van het Hof van Beroep in Bergen waarin wordt aangegeven dat de wet voorrang heeft op een omzendbrief.

De taalwet regelt de taalrechten en –plichten, maar de deelstaten hebben de bevoegdheid om de gemeenten instructies te geven over de concrete toepassing. De omzendbrief Peeters benoemt de faciliteiten als een uitzonderingsmaatregel, waardoor de betrokken inwoners steeds opnieuw de vraag moeten stellen om in de andere landstaal bediend te worden of specifieke documenten aan te vragen. De Nederlandstalige kamer van de Raad van State bevestigde deze interpretatie van de taalwet  in juli 2008. Dat is echter nog steeds niet verteerd door de Franstaligen die deze visie blijvend verwerpen.

Naar de omzendbrief Peeters wordt doorgaans verwezen wanneer het gaat over de toepassing van de taalwetgeving in de 6 randgemeenten rond Brussel. Maar, we mogen echter niet vergeten dat de omzendbrief Peeters ook van toepassing is voor alle faciliteitengemeenten. Wanneer men oordeelt dat de omzendbrief beter naar de prullenmand wordt verwezen, dan heeft dat zware gevolgen voor alle taalgrens- en randgemeenten, dus ook voor onze stad Ronse. Een ruime interpretatie zet de deur open voor een verder verfransing met alle gevolgen van dien!