Arme gemeenten trekken armen aan

Op 5 mei 2013

Het volledige artikel:

Het aantal leefloners en mensen die het OCMW nodig hebben, stijgt alleen sterk in gemeenten die al veel leefloners hebben. De kloof tussen rijke en arme gemeenten groeit daardoor. 

De stijging van het aantal leefloners en andere burgers die bij het OCMW aankloppen, doet zich vooral voor in arme gemeenten (met een gemiddeld inkomen lager dan 13.268 euro) en niet in rijkere gemeenten. De kloof tussen arme en rijke gemeenten neemt dus toe.

De arme gemeenten hebben verhoudingsgewijs al vijf keer meer OCMW-cliënten dan de rijke (2,7 procent van de bevolking versus 0,55 procent), blijkt uit gegevens van Julien Van Geertsom, topman van de federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie.

In de arme gemeenten groeit de vraag naar een 'herverdeling' van de armoede. Maar niemand vraagt 'een spreidingsplan' voor de armen; dat is niet realistisch. De vraag naar hogere tegemoetkomingen van de hogere overheden is dat wel.

De groep arme gemeenten omvat acht van de negentien Brusselse gemeenten, dertig van de 308 Vlaamse en 110 van de 262 Waalse gemeenten. Onder de Vlaamse zijn er vooral kustgemeenten, enkele Limburgse gemeenten en enkele taalgrensgemeenten zoals Ronse.

De 'aantrekkingskracht' van de arme gemeenten op nieuwe armen, stoelt voor een deel op het grote aanbod sociale woningen of goedkope privéhuurwoningen, zegt Julien Van Geertsom. Ronse met zijn talrijke oude woningen, trekt veel mensen aan uit de Borinage en zelfs uit Brussel. Het nieuwe stadsbestuur heeft de ambitie die trend te keren, zegt OCMW-voorzitter Wim Vandevelde.

De arbeidsmarkt in veel arme gemeenten biedt vaak ook weinig voor die groepen, zegt Van Geertsom. Dat geldt zeker voor de jongeren die zonder diploma de school verlaten, weet Karine Lycops, hoofd van de sociale dienst van het OCMW-Genk. 'Wij tellen nu een negentigtal van die jongeren.'

Ook Nathalie Debast van de Vereniging van Steden en Gemeenten vraagt dat de hogere overheden een groter deel zouden terugbetalen van de kosten die de OCMW's maken om die jongeren aan werk te helpen.

Julien Van Geertsom: 'Een van onze meest succesvolle programma's zijn de studiecontracten die we met jongeren sluiten die zonder kwalificatie de school hebben verlaten. Zo'n 11.000 jongeren volgen zo'n traject. We staan hen toe een opleiding te volgen met onze steun. Een grote meerderheid slaagt. Karine Lycops bevestigt. 'We werken daaraan mee met groot enthousiasme. Maar dat neemt niet weg dat ons onderwijs ervoor zou moeten zorgen dat die jongeren niet zonder kwalificatie op de arbeidsmarkt komen.' 

Bron: De Standaard - 3 mei 2013

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is