U bent hier
Davine Baert
“Mensen liggen wakker van betaalbaar en kwaliteitsvol wonen”
Davine is een groot dierenliefhebber en werkt al 12 jaar bij een gerenommeerd immobiliënkantoor in Ronse als vastgoedbediende. Haar taak is vooral om verhuurders te begeleiden bij het vinden van een huurder en het opvolgen van de verhuur- en huurdossiers. Tevens verdiept Davine zich in persoonlijke groei en ontwikkeling.

Je focust sterk op wonen en huisvesting, waarom?
Iedereen heeft recht op een veilige en leefbare woning, in het bijzonder mensen in moeilijke omstandigheden. De Vlaming is geboren met een baksteen in de maag. We kijken allemaal uit om een kwaliteitsvolle woning te verwerven, om te bouwen aan een thuis. Vandaag liggen mensen wakker van de betaalbaarheid van wonen. Hoge woningprijzen en zware leninglasten zetten de koopkracht onder druk. Zullen we in de toekomst nog een huis kunnen kopen?
Kan de stad daar een rol spelen?
Een goede stap zou zijn om meer in te zetten op geconventioneerd huren, waarbij panden minimaal 15% lager worden verhuurd dan de markthuur. We kunnen ook de voorrang voor lokale binding toepassen, net zoals bij sociale verhuur, zodat Ronsenaars eerst in aanmerking komen. Tevens moet er een voldoende groot aanbod zijn van kwaliteitsvolle sociale woningen.
Wat is er in Ronse gerealiseerd dankzij de vertegenwoordiging in de Woonmaatschappij Vlaamse Ardennen?
Ronse heeft al een uitgebreid aanbod van sociale woningen. Sommigen waren tot voor kort in barslechte staat. Wij hebben altijd gezegd dat we geen extra sociale woongelegenheden willen bouwen zolang mensen in een verloederde woning moeten leven. Vochtproblemen en schimmel tasten de gezondheid aan. Wie kan zich thuis voelen in een vervallen woning? Denk aan de blokken op de Scheldekouter en de Stookt. Stelselmatig worden deze nu grondig gerenoveerd en verbouwd. Dankzij de enorme investeringen van de Woonmaatschappij hebben we een verbetering van de woonomstandigheden gerealiseerd. We maken een verschil, en dat is wat telt. Dat is het verantwoord sociaal beleid waar de N-VA voor staat.
Hoe kunnen we de leegstand beter aanpakken?
Leegstand gaat samen met verval en onveiligheid. Dat bezorgt onze inwoners veel zorgen. Er zijn drie principes om dit aan te pakken: opknappen, reguleren en sanctioneren. In de eerste plaats moeten we mensen stimuleren om panden te renoveren. In laatste instantie volgt een sanctionering. We moeten vooral kijken naar de kansen. Een leegstaande ruimte biedt mogelijkheden om iets nieuws te creëren. Dan is het belangrijk om out-of-the-box te denken en te experimenteren met vernieuwende ideeën. De Bouwmaatschappij creëert zo mogelijkheden voor de stad.
Wat doet de Bouwmaatschappij?
We kijken in de eerste plaats naar particulieren, ondernemingen en ontwikkelaars om de leegstand en de verloedering aan te pakken. Als dat niet lukt, komt de Bouwmaatschappij op de proppen. Het koopt panden in slechte staat op en renoveert deze. Denken we aan de ingrijpende renovatie van het steegbeluik Koer Devos en de panden in de Wijnstraat. Momenteel verhuurt de bouwmaatschappij de panden die het beheert, zowel privé als commercieel. Wij willen de focus van de Bouwmaatschappij scherpstellen door de verhuuractiviteiten aan de privé over te laten. Zo kunnen we ons volledig richten op het aankopen, renoveren en verkopen van de panden. Waarom zouden we dat niet meer doen met een publiek-privaat partnerschap? Op die manier wordt de Bouwmaatschappij een krachtig instrument voor het versterken en opwaarderen van de stadskern.
Kunnen we woonnoden aanpakken door meer appartementen?
We zien een enorme groei van appartementen. Dat creëert nieuwe uitdagingen. Als we meer mensen samenbrengen op een beperkte ruimte, dan moeten we oog hebben voor maatschappelijke problemen. Denk aan het voorzien van voldoende groen en open ruimte. De komende jaren willen we inzetten op een meer evenwichtige en duurzame stadsplanning. In ons programma stellen we voor om tijdelijk een bouwpauze in te lassen en samen met de Ronsenaars, en andere betrokkenen, een visie uit te werken over hoe we Ronse zien in de toekomst. Dat vormt de basis voor een ruimtelijk kader. Wij baseren ons op voorbeelden uit Malle, Lier of Dilbeek.